ten aanschouwen van
- ten aan·schou·wen van
- voor de ogen van, terwijl de genoemde toekijkt
- Ten aanschouwen van zo'n kleine driehonderd toeschouwers lieten ze gisteravond een staaltje van hun kunnen zien.
- Het woord ten aanschouwen van staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.