• van lik·me·vest·je

van likmevestje

  1. van geen of weinig waarde (zowel gezegd van personen als van dingen)
    • „Doodlogisch dat je dat zegt”, zegt Klijnsma. „Je zou een ondernemer van likmevestje zijn als je geen winst wilt maken. Maar ik kan het niet een-twee-drie voor je oplossen.” [4]
    • Kennis en opleidingsniveau rammelen, het management is van likmevestje, voor integriteit is weinig aandacht en het is er "all chiefs, no indians": het wemelt er van de leidinggevenden. [5]
  • Deze frase wordt direct na het bijbehorende zelfstandig naamwoord gebruikt of als naamwoordelijk deel van het gezegde.