zot zijn van
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zot zijn van (hulp, bestand)
- IPA: / ˈzɔtsɛiɱvɑn / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- zot zijn van
Woordherkomst en -opbouw
- verbinding van zot, zijn en van
Werkwoord
zot zijn van
- erg enthousiast zijn over, zeer belust zijn op
- ▸ Zou het toch niet goed zijn om eens naar de coiffeur te gaan,' vroeg ik, om van het onderwerp af te zijn, 'uw ogen zien er een beetje ontstoken uit.' 'De wijven zijn zot van lang haar,' pochte hij.[1]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'zot zijn van' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Marcel in: Ludo Permentier & Rik SchutzTypisch Vlaams. 4000 woorden en uitdrukkingen (2015), Davidsfonds, Leuven, ISBN 9789059086517, p. 560 kol. 1