fra

  1. tussen
  2. binnen (tijd)
  3. onder
    «eravamo fra amici»
    we waren onder vrienden


  • fra
  • Afkomstig van de Oudnoorse woorden frá
Naar frequentie 53

fra

  1. van (startpunt voor beweging ten aanzien van tijd)
    «Jeg reiste fra Norge til Hellas.»
    Ik ben van Noorwegen naar Griekenland gereisd.
  2. van, uit (startpunt voor beweging ten aanzien van ruimte)