• van·nacht

vannacht

  1. de komende nacht
    • Ze verwachten voor vannacht zware vorst. 
     ‘Storm? Vannacht? Nee, maak je geen zorgen.’ Na deze geruststellende woorden trokken we ons ieder terug in onze eigen tent.[1]
  2. de afgelopen nacht
    • Er is vannacht ingebroken bij de buren. 
97 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[2]
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be