• we·gens
  • In de betekenis van ‘voorzetsel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1589 [1]

wegens

  1. een reden inleidend
    • Wegens een sterfgeval is de winkel donderdag a.s. gesloten. 
     Het drukbezochte festival Down the Rabbit Hole had afgelopen weekend te kampen met meerdere last-minute afzeggingen, onder meer wegens coronabesmettingen. Een optreden gaat wel vaker niet door op het laatste moment, maar corona heeft die kans vergroot. Wat gebeurt er als een artiest vlak voor het geplande optreden geen acte de presence op een festival kan geven?[2]
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[3]