Nederlands

Uitspraak
  vnw. bijw.
  voorzetselbijwoord     onderuit  
 persoonlijk     eronderuit  
aanwijz.   nabij     hieronderuit  
  veraf     daaronderuit  
  vragend/betrekk.     waaronderuit  


Woordafbreking
  • on·der·uit
Woordherkomst en -opbouw

Bijwoord

onderuit

  1. bijwoordelijk deel van een scheidbaar werkwoord: waarbij het onderste deel niet langer het bovenste steunt
  2. prepositioneel deel van een voornaamwoordelijk bijwoord: weg vanuit een positie onder iets
    • Hij kan er niet meer onderuit. 
  3. prepositioneel deel van een voornaamwoordelijk bijwoord: onderuitkomen : ontkennen
     Maar zakelijk gezien viel er niet onderuit te komen.[1]
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus, ISBN 9789044628142
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be