onderuithalen
- Geluid: onderuithalen (hulp, bestand)
- IPA: /ɔndə'rʌʏ̭txəɦalt/
- on·der·uit·ha·len
- samenstelling van onderuit bw en halen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
onderuithalen |
haalde onderuit |
onderuitgehaald |
zwak -d | volledig |
onderuithalen
- overgankelijk iemand ten val brengen
- De voetbalspeler werd in het strafschopgebied onderuitgehaald.
- overgankelijk overdrachtelijk: iets ontkrachten
- Zijn werk werd genadeloos onderuitgehaald.
1. iemand ten val brengen
- Het woord onderuithalen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.