• ach·ter·om

achterom

  1. rondom naar de achterzijde
    • Loop maar achterom, we zitten in de tuin. 
  2. bijwoordelijk deel van een scheidbaar werkwoord over de schouder achterwaarts
     Ondanks de prachtige omgeving keek ik bij elk geluid toch wat schichtig achterom.[2]
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]
  1. achterom op website: Etymologiebank.nl
  2. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be