• door·dat
  • In de betekenis van ‘onderschikkend voegwoord’ voor het eerst aangetroffen in 1859 [1]
  • samenstelling van  door  en  dat  [2]

doordat

  1. geeft onderschikkend een oorzaak aan
    • De straten zijn glad doordat het geregend heeft. 
    • Doordat het geregend heeft zijn de straten glad. 
     Doordat de wind recht mijn kant opblies en het geluid van de donder steeds dichterbij kwam bleven mijn tranen stromen.[3]
1. want, door, daar, aangezien, vanwege, wegens
97 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[4]