(klemtoonhomogram)

  • aan·ge·zien
  • In de betekenis van ‘onderschikkend voegwoord’ voor het eerst aangetroffen in 1637 [1]
  • vervoeging van aanzien: voltooid deelwoord, op te vatten als samenstelling van  aan bw  en  gezien ww  [2]

aangezíén

  1. geeft onderschikkend een reden aan.
    • De voorzitter schorst de vergadering, aangezien het al erg laat is. 
    • Aangezien het al erg laat is, schorst de voorzitter de vergadering. 
     Maar er moest ergens iets fout zijn gegaan, aangezien de hele gietvorm van de brugoverspanning in de slotfase was ingestort. Dat was het enige wat met zekerheid kon worden gezegd.[3]
     Maar de politici of ambtenaren, of allebei aangezien ze toch een en dezelfde waren, verzekerden dat deze huurregeling, die vorig jaar was ingevoerd, een tijdelijke maatregel was om de problemen van de gewone mensen in de crisistijd waarin ze nu leefden tegen te gaan.[3]
vervoeging van: aanzien…
verbogen vorm: aangeziene

áángezien

  1. voltooid deelwoord van aanzien
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[4]