aangezien
- Voegwoord
- Deelwoord
- aan·ge·zien
- In de betekenis van ‘onderschikkend voegwoord’ voor het eerst aangetroffen in 1637 [1]
- vervoeging van aanzien: voltooid deelwoord, op te vatten als samenstelling van aan bw en gezien ww [2]
aangezíén
- geeft onderschikkend een reden aan.
- De voorzitter schorst de vergadering, aangezien het al erg laat is.
- Aangezien het al erg laat is, schorst de voorzitter de vergadering.
- ▸ Maar er moest ergens iets fout zijn gegaan, aangezien de hele gietvorm van de brugoverspanning in de slotfase was ingestort. Dat was het enige wat met zekerheid kon worden gezegd.[3]
- ▸ Maar de politici of ambtenaren, of allebei aangezien ze toch een en dezelfde waren, verzekerden dat deze huurregeling, die vorig jaar was ingevoerd, een tijdelijke maatregel was om de problemen van de gewone mensen in de crisistijd waarin ze nu leefden tegen te gaan.[3]
1. geeft onderschikkend een reden aan
|
vervoeging van: | aanzien… |
verbogen vorm: | aangeziene |
áángezien
- voltooid deelwoord van aanzien
- Het woord aangezien staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aangezien" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ "aangezien" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ aangezien op website: Etymologiebank.nl
- ↑ 3,0 3,1 Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044628142
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be