• langs·heen

langsheen [1]

  1. (verouderd) naast, ongeveer evenwijdig aan, via, voorbij
    • De storm van augustus 1912 veroorzaakte langsheen de Vlaamse kust heel wat schade. [2]
  • Dit woord is in Nederland niet meer zo gangbaar.[3]
77 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[4]