avond
- avond
- erfwoord via Middelnederlands avont van Oudnederlands avont, in de betekenis van ‘tijd waarin de duisternis intreedt’ aangetroffen vanaf 901 [1] [2] [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | avond | avonden |
verkleinwoord | avondje | avondjes |
de avond m
- (tijdrekening) periode die de overgang is tussen dag en nacht
- (tijdrekening) tijd tussen het eind van de gewone werkdag en het naar bed gaan.
- In de avond lezen we een boek bij kunstlicht.
- ▸ De middag en avond waren op dezelfde wijze als alle middagen en avonden na de begrafenis verlopen. Een broodmaaltijd, zappen naar actualiteitenprogramma’s en vroeg naar bed.[4]
- dagdeel tussen de middag en de nacht, ongeveer van 18:00 tot 22:00 uur
- In de avond van 13 op 14 februari werd zij als vermist gemeld.
- ▸ De brandende lampion die de kinderen, op de avond van Sint Maarten, zingend langs de huizen dragen, de kerstboom, de suizende lichtpijlen als het nieuwe jaar begint en de hoge sprong over het vuur op het zomerfeest van Sint Jan.[5]
- (meteorologie) dagdeel waarin daglicht plaats maakt voor duisternis
- In de avond is het vaak nog niet geheel donker.
- (tijdrekening) tijd tussen het eind van de gewone werkdag en het naar bed gaan.
- activiteit die in de overgang tussen dag en nacht plaatsvindt
- ▸ „(…) Ja, ten eerste is het een familietraditie omdat Christa... waar is ze vanavond eigenlijk?” Bij Grünewald voor een of andere literaire avond, ze komt straks.[6]
|
- Men moet de dag niet prijzen voor het avond is.
pas als alles gedaan is kun je zeggen of het goed ging
- Hoe later op de avond hoe schoner volk
lente | voorjaar | zomer | herfst | najaar | winter | |
---|---|---|---|---|---|---|
ochtend morgen |
lenteochtend lentemorgen |
voorjaarsochtend voorjaarsmorgen |
zomerochtend zomermorgen |
herfstochtend herfstmorgen |
najaarsochtend najaarsmorgen |
winterochtend wintermorgen |
middag | lentemiddag | voorjaarsmiddag | zomermiddag | herfstmiddag | najaarsmiddag | wintermiddag |
avond | lenteavond | voorjaarsavond | zomeravond | herfstavond | najaarsavond | winteravond |
nacht | lentenacht | voorjaarsnacht | zomernacht | herfstnacht | najaarsnacht | winternacht |
dag | maandag maandags 's maandags |
dinsdag dinsdags 's dinsdags |
woensdag woensdags 's woensdags |
donderdag donderdags 's donderdags |
vrijdag vrijdags 's vrijdags |
zaterdag zaterdags 's zaterdags |
zondag zondags 's zondags |
---|---|---|---|---|---|---|---|
ochtend morgen 's ochtends 's morgens |
maandagochtend maandagmorgen maandagsochtends maandagsmorgens |
dinsdagochtend dinsdagmorgen dinsdagsochtends dinsdagsmorgens |
woensdagochtend woensdagmorgen woensdagsochtends woensdagsmorgens |
donderdagochtend donderdagmorgen donderdagsochtends donderdagsmorgens |
vrijdagochtend vrijdagmorgen vrijdagsochtends vrijdagsmorgens |
zaterdagochtend zaterdagmorgen zaterdagsochtends zaterdagsmorgens |
zondagochtend zondagmorgen zondagsochtends zondagsmorgens |
middag voormiddag namiddag 's middags |
maandagmiddag maandagvoormiddag maandagnamiddag maandagsmiddags |
dinsdagmiddag dinsdagvoormiddag dinsdagnamiddag dinsdagsmiddags |
woensdagmiddag woensdagvoormiddag woensdagnamiddag woensdagsmiddags |
donderdagmiddag donderdagvoormiddag donderdagnamiddag donderdagsmiddags |
vrijdagmiddag vrijdagvoormiddag vrijdagnamiddag vrijdagsmiddags |
zaterdagmiddag zaterdagvoormiddag zaterdagnamiddag zaterdagsmiddags |
zondagmiddag zondagvoormiddag zondagnamiddag zondagsmiddags |
avond 's avonds |
maandagavond maandagsavonds |
dinsdagavond dinsdagsavonds |
woensdagavond woensdagsavonds |
donderdagavond donderdagsavonds |
vrijdagavond vrijdagsavonds |
zaterdagavond zaterdagsavonds |
zondagavond zondagsavonds |
nacht 's nachts |
maandagnacht maandagsnachts |
dinsdagnacht dinsdagsnachts |
woensdagnacht woensdagsnachts |
donderdagnacht donderdagsnachts |
vrijdagnacht vrijdagsnachts |
zaterdagnacht zaterdagsnachts |
zondagnacht zondagsnachts |
1. de periode van de dag waarin het nacht wordt
|
|
- Het woord avond staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "avond" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[7] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ avond op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "avond" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2
- ↑ “Het hele jaar rond: van Sinterklaas tot Sintemaarten” (1973), Lemniscaat , p. 7
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044628142
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be