• 's dins·dags

's dinsdags

  1. (tijdrekening) (verouderd) op dinsdagen
    • Hij ging 's dinsdags vaak naar de markt. 
     Veel besmettingen uit het weekend worden 's dinsdags doorgegeven.[1]
  • Omdat de opeenvolging sd aan het begin van een lettergreep in het Nederlands niet gemakkelijk is uit te spreken, worden 's dinsdags en 's donderdags meestal verder verkort tot dinsdags en donderdags. [2]
  1.   Weblink bron “RIVM: 4873 nieuwe coronabesmettingen, daling zet door” (16 november 2020) op parool.nl  
  2.   Weblink bron “’s Zaterdags / zaterdags” (28 januari 2020) op onzetaal.nl