Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • woens·dag·mid·dag
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord woensdagmiddag woensdagmiddagen
verkleinwoord woensdagmiddagje woensdagmiddagjes

Zelfstandig naamwoord

de woensdagmiddagm

  1. (tijdrekening) de uren van een woensdag tussen het middaguur en de avond
    • We hebben die hele woensdagmiddag in het ziekenhuis doorgebracht. 
     Er hing veel werk van lokale schilders en achterin zat een groep oudere dames aan een lange tafel te schilderen. ‘Wij zijn de woensdagmiddag schilderclub.[1]
     Toen ik die woensdagmiddag naar haar huis liep, moest ik me inhouden om niet te gaan rennen.[2]

Bijwoord

woensdagmiddag

  1. (tijdrekening) op de middag van de woensdag
    • Kun je woensdagmiddag ook komen? 
Verwante begrippen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044632767