avondklok
- avond·klok
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | avondklok | avondklokken |
verkleinwoord | avondklokje | avondklokjes |
- (politiek), (militair) verbod om zich op straat te begeven na een zekere tijd
- De avondklok in Caïro wordt grotendeels genegeerd en ook niet door het leger afgedwongen.
- ▸ Alle overheidsdiensten van Curaçao zijn woensdag de hele dag gesloten. De avondklok is vervroegd tot 11.00 uur plaatselijke tijd.[2]
- (geschiedenis) klok, met een eigen, herkenbare klank die in kloosters of steden werd geluid bij het vallen van de avond en die het tijdstip aangaf dat de poort tot de ochtend werd gesloten, zodat niemand erin of eruit kon
- [1] spertijd
- [2] vesperklok
1. verbod om zich op straat te begeven na een zekere tijd
- Het woord avondklok staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "avondklok" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Paniek op Curaçao door mogelijk eerdere aankomst tropische storm Bonnie” (29 juni 2022), NU.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be