avondpartij

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  avondpartij    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• avond·par·tij

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  avond zn  en  partij zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	avondpartij	avondpartijen
verkleinwoord	avondpartijtje	avondpartijtjes

Zelfstandig naamwoord

de avondpartij v

1. een feestje in de avonduren
2. (sport) wedstrijd in de avonduren

   ▸ Azarenka krijgt nu te maken met Serena Williams, die in de avondpartij met 6-4, 6-3 te sterk was voor haar Amerikaanse landgenote Sloane Stephens.

   ▸ Aleksandr Dolgopolov en Bernard Tomic maakten er in de avondpartij een spannend en enerverend schouwspel van. Uiteindelijk won de jonge Australiër met 4-6, 7-6 (0), 7-6 (6), 2-6, 6-3.

Synoniemen

• [1] soiree

Gangbaarheid

• Het woord avondpartij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.