Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • avond·sche·mer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord avondschemer
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de avondschemerm

  1. (tijdrekening) de tijd van de dag dat het donker wordt; de tijd vlak na zonsondergang
     Vanaf vanavond is in de avondschemer een komeet te zien aan de nachtelijke hemel. Om C/2011 L4 Pan-Starrs te zien moet nu nog een verrekijker of telescoop worden gebruikt, maar volgende week is hij mogelijk met het blote oog te zien.[2]
     Pinguïns op een ijsberg zo groot als een kathedraal. Een kudde olifanten in de paarse avondschemer. Vechtende konikpaarden in de Oostvaardersplassen. Natuurfotograaf Frans Lanting reist de hele wereld over om zijn plaatjes te schieten. Maar hij zegt er niet meer altijd bij waar de foto's genomen zijn.[3]
Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Komeet te zien bij avondschemer” (Vrijdag 8 maart 2013, 16:30), NOS
  3.   Weblink bron “Natuurfotograaf houdt instagrammers op afstand” (Zaterdag 7 december 2019, 10:29), NOS