aprilavond

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  aprilavond    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• april·avond

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  april zn  en  avond zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	aprilavond	aprilavonden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de aprilavond m

1. een avond in april

   ▸ Normaal gesproken treden op de grasvlakte aan de oevers van de Elbe popsterren als Robbie Williams op. Maar op deze aprilavond verwachten de Patriottische Europeanen tegen islamisering van het avondland Geert Wilders, volgens Stern de nieuwe popster aan het Pegida-firmament.

Verwante begrippen

• januariavond, februariavond, maartavond, meiavond, juniavond, juliavond, augustusavond, septemberavond, oktoberavond, novemberavond, decemberavond

Gangbaarheid

• Het woord aprilavond staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.