augustusavond
- au·gus·tus·avond
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | augustusavond | augustusavonden |
verkleinwoord |
de augustusavond m
- een avond in augustus
- ▸ Wordt het veiliger door een verbod op knalvuurwerk en vuurpijlen? Op een warme augustusavond was ik vorig jaar op het Van Heekplein in Enschede getuige van een plotselinge warme, oranje gloed, gevolgd door een drukgolf van zo’n harde explosie dat van alle winkels het inbraakalarm afging. Levensgevaarlijke illegale bommen, waarmee enorme schade wordt aangericht.[2]
- januariavond, februariavond, maartavond, aprilavond, meiavond, juniavond, juliavond,, septemberavond, oktoberavond, novemberavond, decemberavond
- Het woord augustusavond staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Jelle Boesveld“Vuurwerkverbod? ‘Het probleem is een te kort lontje’” (12-01-2020), Tubantia