meiavond
- mei·avond
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | meiavond | meiavonden |
verkleinwoord |
de meiavond m
- een avond in de maand mei
- Kort na het horen van zes schoten werd het nog warme kadaver van de aanstaande moedergans in de vroege meiavond door een buurtbewoner aangetroffen in het weiland, vlak naast haar verlaten nest. „Ze was niet meteen dood na het eerste schot”, weet een getuige. [2]
- Hij begon te drinken, ging failliet en werd tot zijn dood onderhouden door zijn familie. Toen hij op een meiavond weer eens dronken thuis kwam, vond hij zijn puberzoon Mattie achter de krant. [3]
- Het woord meiavond staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "meiavond" herkend door:
84 % | van de Nederlanders; |
82 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ De Telegraaf BART MOS 01 jun. 2018 Bloemendaal in rep en roer na laffe aanslag op broedende gans
- ↑ HP de Tijd FRANK HEINEN 3 AUG 2013 De tragische dood van Schotlands beste voetballer aller tijden
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be