• avond·uur
enkelvoud meervoud
naamwoord avonduur avonduren
verkleinwoord avonduurtje avonduurtjes

het avonduuro

  1. een uur in de avond
    • De winkel was ook in de avonduren nog geopend. 

Dit woord wordt meestal in de meervoudsvorm gebruikt.

91 % van de Nederlanders;
84 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be