avondprogramma
- avond·pro·gram·ma
- samenstelling van avond en programma
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | avondprogramma | avondprogramma's |
verkleinwoord | avondprogrammaatje | avondprogrammaatjes |
het avondprogramma o
- activiteiten die gepland zijn voor de avond
- Na een drukke dag had moeder nog een heel avondprogramma te verwerken.
- Het woord avondprogramma staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.