Vastenavond
- Geluid: Vastenavond (hulp, bestand)
- Vas·ten·avond
- In de betekenis van ‘vooravond van de grote vasten’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1264 [1]
- samenstelling van vasten en avond zn [2] [3]
enkelvoud | bezitsvorm | meervoud | |
---|---|---|---|
naamwoord | Vastenavond | Vastenavonds | Vastenavonden |
verkleinwoord | - | - | - |
de Vastenavond m
- (religie) (christendom) (feest) de dinsdag voor Aswoensdag, laatste dag van het carnaval
- vastenavonddag, vastenavondgek, vastenavondlied, vastenavondspel, vastenavondtijd, vastenavondvreugde, vastenavondzot
1.
- Het woord Vastenavond staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.