vrijgezellenavond
- vrij·ge·zel·len·avond
- samenstelling van vrijgezel en avond met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vrijgezellenavond | vrijgezellenavonden |
verkleinwoord | vrijgezellenavondje | vrijgezellenavondjes |
de vrijgezellenavond m
- (feest) avond voor iemands huwelijk waarop hij of zij met vrienden, maar zonder de aanstaande partner uitgaat en waarbij meestal een aantal gênante opdrachten moet worden uitgevoerd
- alleen al het fenomeen vrijgezellenavond deed hem van het huwelijk afzien
- voor alleenstaanden georganiseerde avond
1. avond voor iemands huwelijk
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord vrijgezellenavond staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.