gênant
- gê·nant
- van Frans gênant, in de betekenis van ‘verlegenheid wekkend’ voor het eerst aangetroffen in 1847 [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | gênant | gênanter | gênantst |
verbogen | gênante | gênantere | gênantste |
partitief | gênants | gênanters | - |
gênant
- schaamte of verlegenheid opwekkend
- Jeetje, dat was echt een gênant moment.
- ▸ Maar het was een beetje gênant om hem de hele tijd om je heen te hebben hangen.[2]
- Het woord gênant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gênant" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ "gênant" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044632767
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
mannelijk | gênant | gênants |
vrouwelijk | gênante | gênantes |
gênant
- lastig, storend, overlast gevend
- «Ce meuble est gênant.»
- Dit meubelstuk is storend, staat in de weg.
- «Cet homme est fort gênant.»
- Die man veroorzaakt veel overlast.
- «Ce meuble est gênant.»
- beschamend, gênant
- «C'est très gênant.»
- Dat is erg gênant.
- «Jusqu’à présent, Trump n’a pas commenté l’attaque. Son silence devient gênant pour les républicains.»[1]Tot nu toe heeft Trump niet op de aanval gereageerd. Zijn stilzwijgen wordt voor de Republikeinen gênant.
- «C'est très gênant.»
gênant
- tegenwoordig deelwoord (participe présent) van gêner
- ↑ Weblink bron Loïc TasséDonald Trump vit dans un monde parallèle in: Le journal de Québec (19 december 2020) op journaldequebec.com