• avon·den·lang
stellend
onverbogen avondenlang
verbogen avondenlange
partitief avondenlangs

avondenlang

  1. (tijdrekening) de hele avond durend
     Avondenlang zat Wayne naast zijn vader terwijl die het hout zaagde, schaafde en polijstte en zo een stoel onder zijn handen vandaan toverde.[1]
     Een links clubje vrienden in de vroege jaren tachtig wandelt, knutselt, knuffelt en praat avondenlang over politiek. De diplomaat Bernard heeft niets met linkse ideologie, maar besluit toch lid te worden, aangetrokken tot de warme sfeer. Als zijn verliefdheid op Liza leidt tot een gepassioneerde affaire, legt dat een bom onder de saamhorigheidsgroep.[2]
  1. Carla de Jong
    “Geheim leven” (2019), Ambo Anthos, ISBN 9789026346132
  2.   Weblink bron “Dit zijn de 6 genomineerden voor de Libris Literatuur Prijs” (01-03-2021), NOS