lang

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  lang    (hulp, bestand)
• IPA: / lɑŋ / (1 lettergreep)

Woordafbreking

• lang

Woordherkomst en -opbouw

• erfwoord, in de betekenis van ‘met een grote lengte’ voor het eerst aangetroffen in 788

• afkomstig van: Middelnederlands: lanc Oudnederlands: lank Germaans: *langaz Indo-Europees: *dl̥h₁gʰós

  Verwant in Germaans: West: Engels: lang (Angelsaksisch: lang), Duits: lang, (Oudhoogduits: lang), Fries: lang (Oudfries: lang) Noord: Zweeds: lång, Deens/Noors: lang, (Oudnoords: langr), IJslands/Faeröers: langur Oost: Gotisch: laggs

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	lang	langer	langst
verbogen	lange	langere	langste
partitief	langs	langers	-

Bijvoeglijk naamwoord

lang

1. van grote duur, langdurig

   • Die lange film was erg interessant. 

   ▸ Een onbekende stem vertelde een eindeloos lange mop met een zeer matige clou, maar ik was allang blij afgeleid te worden.

   ▸ Ik begon wat langere dagen te maken, vooral dankzij mijn ontmoeting met de razendsnelle Animal Style, een markante kerel uit Israël.

2. van grote lengte

   • Een lange man is wel hoog, maar niet per se breed. 

   ▸ In een oude National Geographic had ik ooit als kind een artikel over deze trail gelezen, 4.286 kilometer door Amerika. Dit heb ik altijd onthouden, maar ik had nooit gedacht dat zo’n lange wandeltocht voor mij weggelegd zou zijn.

   ▸ Het werd me al snel duidelijk dat ik de trail volledig had onderschat. De bergpaden waren steiler, de zon heter, de slangen groter en de afstanden tussen waterpunten langer dan ik me had voorgesteld.

3. de genoemde tijd durend

   • die film is wel een uur lang 

4. de genoemde lengte hebbend

   • die man is vast wel twee meter lang 

Antoniemen

• kort

Verwante begrippen

• uitgebreid, groot

Hyponiemen

   

allang avondenlang boomlang dagenlang decennialang doelang eerlang eeuwenlang ellenlang enkellang generatieslang halflang hoelang jarenlang kilometerslang knielang kuitlang leeflang levenslang maandenlang meterslang middellang minutenlang nachtenlang overlang paginalang scherplang schouderlang secondelang speelfilmlang tijdenlang tijdlang urenlang vingerlang voorlang wekenlang zolang

Afgeleide begrippen

   

Fülleborns langklauw Grimwoods langklauw Kaapse langklauw Langdorp Langeberg Langedijk Langendijk Langeveld Langman Langnek Langweer beemdlangbloem bleek langpalpje donker langpalpje donkere langlijf glimmende langkaak grote gevlekte langlijf grote langlijf kleine gevlekte langlijf kleine langlijf lang geleden lang griendhaantje lang kurkentrekkertje langademig langarm langarmig langbeen langbek langbenig langbladerig langbladig langbloem langbloemig langbroek langdraadantenne langdradig langdurend langdurig lange afstand lange oeverlibel lange steltwants lange termijn lange wollige dopluis langebaanwedstrijd langen langenbach langenboom langerhand langetermijnbeleid langeweg langgekoesterd langgerekt langgestraft langgestrafte langgevel langgewenst langgolvig langgras langhals langhalzig langharig langheid langhoofdig langhout langhuisboerderij langjarig langkaak langklauw langkorrelig langkorrelrijst langlevend langlijf langlip langlopend langnat langoor langpalpje langparkeerder langpoot langschedelig langschedig langschip langschubmier langslapend langslaper langslepend langsnavelig langspeelband langspeelfilm langspeelplaat langspeler langspriet langsprietig langstaart langstaartig langstapelig langsteel langstijlig langstuderen langstzittend langsyllabig langtand langtandje langtongig languit langverbeid langvers langverwacht langvingerig langvoer langvoetig langwagen langwerkend langwerpig langwijlig langzicht lengte oosterse langlijf verlangen zilte langlijf

Uitdrukkingen en gezegden

   

ten langen leste [1] het niet lang meer trekken Lange tenen hebben erg gauw boos zijn, zich om het minste of geringst aangevallen of beledigd voelen, of een onderwerp maar niet kunnen loslaten en er steeds op terug blijven komen lang van stof zijn niet compact vertellen lange vingers hebben geneigd zijn te stelen De kruik gaat zo lang te water tot zij breekt ( of berst) Een lange arm hebben iemand zelfs vanaf een grote afstand nog dwars kunnen zitten Een lange neus maken tong uitsteken, iemand iets inpeperen (Jaloers maken) Het is zo lang als het breed is hoe er ook naar iets gekeken wordt maakt niet uit, de uitkomst is altijd hetzelfde Het zijn niet allen koks die lange messen dragen uiterlijk vertoon bewijst niets ofwel: het gereedschap hebben maakt iemand nog geen vakman Iets op de lange baan schuiven iets uitstellen Lekker is maar één vinger lang leuke dingen duren meestal maar erg kort Met lange tanden eten met tegenzin eten Mooie liedjes duren niet lang geluk is van korte duur Niet verder springen dan je pols lang is Niet verder gaan dan mogelijk is Niet verder zien dan je neus lang is niet goed nadenken wat de gevolgen van iets zijn Strenge heren regeren niet lang wanneer een baas niet een beetje soepel is wordt het voor hem erg moeilijk

Vertalingen

    1. van grote duur   

Duits: lang (de) Engels: long (en), a long time (en), for a long time (en), prolonged (en), protracted (en) Frans: long (fr) Maori: roa (mi)

Noors: lang (no) Nynorsk: lang (nn) Pools: długi (pl) m Spaans: largo (es) Turks: uzun (tr)

    2. van grote lengte   

Bretons: hir (br) Duits: groß (de) Engels: tall (en), of high stature (en), of long standing (en) Noors: lang (no)

Nynorsk: lang (nn) Pools: wysoki (pl) m Spaans: alto (es), largo (es) Welsh: hir (cy)

Bijwoord

lang

1. absoluut, volstrekt

   • Hij is lang zo goed niet als Lisa. 

2. grote duur

   ▸ Kennedy Meadows is een soort oase die je als een draaikolk kan opslokken en waar je veel te lang in kunt blijven hangen.

Vertalingen

    1. absoluut, volstrekt   

Noors: langt (no)

Nynorsk: langt (nn)

Werkwoord

vervoeging van
langen

lang

1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van langen
   

   • Ik lang. 

2. gebiedende wijs van langen
   

   • Lang! 

3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van langen
   

   • Lang je? 

Gangbaarheid

• Het woord lang staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "lang" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
100 %	van de Vlamingen.

Duits

Uitspraak

• Geluid:  lang    (hulp, bestand)
• Geluid:  lang    (hulp, bestand)
• IPA: /laŋ/

Woordafbreking

• lang

stellend	vergrotend	overtreffend
lang	länger	am längsten
alle verbuigingsvormen

Bijvoeglijk naamwoord

lang

1. lang

Antoniemen

• kurz

Noors

Uitspraak

• Geluid:  lang    (hulp, bestand)
• IPA: / lɑŋ /

Woordafbreking

• lang

Woordherkomst en -opbouw

• Afkomstig van het Oudnoorse bijvoeglijke naamwoord langr

Naar frequentie	483

		stellend	vergrotend	overtreffend
onbepaald (sterk)	m/v enkelvoud	lang	lengre	lengst
	o enkelvoud	langt
	meervoud	lange
bepaald (zwak)	enkelvoud en meervoud	lange	lengre	lengste

Bijvoeglijk naamwoord

lang

1. lang

   «Hurtigrutens 2500 km lange reise er full av opplevelser.»

   De 2500 km lange reis op de Hurtigrute zat vol met ervaringen.

Antoniemen

• kort

Afgeleide begrippen

   

langball langbenk langbølge langdistanseløp lange langebarn langeleik lange parlament Langerhans' øyer langfinger Langfjellene langfredag Langfredagsavtalen langhalser langhåret langhus Langjökull langobarder langrenn langs langsgående langsiktig langskip langsom langsynt langsynthet langtekkelig langtidsprogram langtrukken langue d'oc languster langvarig langveis

Verwante begrippen

• lenge, lengde

Typische woordcombinaties

• en lang mur

een lange muur

• et langt hus

een lang huis

• flere lange dager

enkele lange dagen

Uitdrukkingen en gezegden

• dagen lang

fulltime, voor hele dagen

• på lang sikt

op de lange termijn

• en lang rekke spørsmål

een lange reeks vragen

Werkwoord

lang

1. tegenwoordige tijd gebiedende wijs van lange

Nynorsk

Uitspraak

• Geluid:  lang    (hulp, bestand)
• IPA: /lɑŋ/

Woordafbreking

• lang

Woordherkomst en -opbouw

• Afkomstig van het Oudnoorse bijvoeglijke naamwoord langr

		stellend	vergrotend	overtreffend
onbepaald (sterk)	m/v enkelvoud	lang	lengre	lengst
	o enkelvoud	langt
	meervoud	lange
bepaald (zwak)	enkelvoud en meervoud	lange	lengre	lengste

Bijvoeglijk naamwoord

lang

1. lang

Antoniemen

• kort

Afgeleide begrippen

• langfilm
• langhåra
• langliva

Verwante begrippen

• lenge

Uitdrukkingen en gezegden

• på lang sikt

op de lange termijn

• ei lang rekkje spørsmål

een lange reeks vragen

Werkwoord

lang

1. tegenwoordige tijd gebiedende wijs van lange

Schrijfwijzen

• langa
• lange

Zelfstandig naamwoord

lang o

1. pergola
2. langszijde