• tijd·lang
enkelvoud meervoud
naamwoord tijdlang
verkleinwoord

het tijdlango

  1. langere periode (alleen nog in onderstaande verbinding)
    • Al een paar dagen zingen de geruchten rond dat het model en America's Got Talent-jurylid zwanger is. In een interview beantwoordt Wolfgang Joop de vraag of dat gerucht klopt met: ,,Ik denk het wel! Tom heeft het mij gezegd!” Joop en Klum zaten samen een tijdlang in de jury van Germany's Next Top Model en zijn goed bevriend. [2] 
    • Het pand is zo'n 3600 vierkante meter en was vanaf 2001 in gebruik door supermarkt Konmar. Nadat die in 2005 de deuren sloot, stond het een tijdlang leeg. Vervolgens trok het bedrijf Wok Centre in een deel van het pand. [3] 
    • Een tijdlang woedde ook de discussie of melk drinken wel gezond was, maar die vraagtekens zijn volgens Valkenburg wel voorbij. ,,De meeste mensen weten wel dat melk goed voor je is. Zuivel staat ook in de Schijf van Vijf.” [4] 
  • een tijdlang
  • Dit woord stond tot en met de editie 2015 in de Woordenlijst Nederlandse taal ("Groene Boekje") en in de 16e druk van Van Dale's Groot woordenboek van de Nederlandse taal (Dikke Van Dale) uit 2022. Op woordenlijst.org is vanaf een latere datum als officiële schrijfwijze "een tijd lang" vermeld, wellicht omdat dit beter in overeenstemming is met dit taaladvies.
85 % van de Nederlanders;
84 % van de Vlamingen.[5]