Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • me·ters·lang
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen meterslang
verbogen meterslange
partitief meterslangs

Bijvoeglijk naamwoord

meterslang

  1. heel erg lang, met een lengte van enkele meters
    • Het is een groot, glimmend trouwportret, van een een man in sjiek zwart pak en een vrouw in een witte jurk, voorzien van een meterslange sleep. Ook deze plaat is gemanipuleerd. Om hem te creëren, heeft de winkelier de gezichten van twee klanten op een oud trouwportret uit zijn bestand geplakt. Hij grijnst: ‘Deze klanten hadden geen trouwfoto’s. Ik heb die mensen echt gelukkig gemaakt.’[1] 
     In het Zuidlaardermeer bij Drenthe is vanochtend een Russische steur gevangen. Palingvisser Mans Vos vond de meterslange vis in een van zijn fuiken. "Al generaties lang vissen we hier, ik, mijn vader en mijn opa, we hebben nog nooit een steur gevangen", zegt hij tegen RTV Drenthe.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Volkskrant Arjen van der Ziel 1 mei 2010,
  2.   Weblink bron “Unieke vangst Russische steur in het Zuidlaardermeer” (16-04-2020), NOS