langwerpig
- Geluid: langwerpig (hulp, bestand)
- IPA: /lɑŋ.ʋɛr.pəx/
- lang·wer·pig
- In de betekenis van ‘meer lang dan breed’ voor het eerst aangetroffen in 1585 [1]
- Samenstellende afleiding van lang en de stam van werpen met het achtervoegsel -ig [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | langwerpig | langwerpiger | langwerpigst |
verbogen | langwerpige | langwerpigere | langwerpigste |
partitief | langwerpigs | langwerpigers | - |
langwerpig
- lang en smal van vorm
- Deze komeet heeft een baan in de vorm van een langwerpige ellips.
- [1] langwerpigheid
- Het woord langwerpig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "langwerpig" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ "langwerpig" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ langwerpig op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be