alto
- al·to
- [1]: (verkorting) alternatief bn met het achtervoegsel -o
- [2], [3]: van Italiaans alto "hoog, alt" (in dit verband: hoger dan tenor, maar lager dan sopraan) [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | alto | alto's |
verkleinwoord | - | - |
de alto m
- iemand met een meer op duurzaamheid gerichte levensstijl die zich zichtbaar niets aantrekt van mode en merken (vaak gebruikt als aanduiding voor jongere uit de tegencultuur)
- Marco Keelen, Stephan Haenen en Bianca ter Horst vielen, net als hun klasgenoten van havo 5, over de vierde tekst over de milieubeweging. "Lastig, oninteressante tekst, al die politieke en economische termen, daar is toch niets aan", klinkt het eenstemmig, over het verhaal 'De milieubeweging moet in de politieke arena' uit het tijdschrift Hervormd Nederland. "Laat ze normaal Nederlands gebruiken", klinkt het boos uit de opgewonden groep examenkandidaten. Eén alto, oorbellletje mooi door de wenkbrauw gepierced, is het daar niet mee eens. "Dat soort stukken lees je iedere dag in de krant, joh." [2]
- Een alto met een Jip-en-Janneke-broodtrommel maalt nergens om, geelt niet om kleren en heeft aan niemand een hekel. Alleen draagt hij zelf toevallig nooit een paars trainingsjack en vindt een sportschoen an sich niet erg, maar dat de Air Max-dragers nooit aan sport doen, dat is zo erg. [3]
- (muziek) blaasinstrument met drie of vier ventielen en het mondstuk van een trompet, veel gebruikt in militaire muziek
- Mijn maat. Van vroeger bij de Harmonie. Hij speelde alto. Of bariton. Ik wil ervan af. Ik heb die dingen nooit uit elkaar kunnen houden. [4]
- (muziek) blaasinstrument in de vorm van een S-vormige, breder wordende buis met kleppen
- Rob Brown is één van die New Yorkse saxofonisten die losbandige freejazz toeterfeesten toch combineerde met melodie, ritme en gevoel, maar op deze cd lijkt hij wel tot rust en beheersing te zijn gekomen, begeleid door Daniel Levin op cello en Satoshi Takeishi op percussie. (…) Toegegeven, zijn alto kan ook hier nog huilen en krijsen en janken, maar dan op een ritmische en harmonische basis, met een herkenbare melodische structuur. [5]
-
1. alto's bij een demonstratie in Polen
-
2. althoorn
-
3. altsaxofoon
- [1] alternatieveling
- [2] althoorn
- [3] altsaxofoon
- Het woord alto staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "alto" herkend door:
86 % | van de Nederlanders; |
63 % | van de Vlamingen.[6] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ alto op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Sikkes, R. & S. van der Werff"Slechts een enkeling hield tijd over" in: De Volkskrant jrg. 74 nr. 21536 (16 mei 1995); p. 9 kol. 4; geraadpleegd 2018-12-09
- ↑ Beems, D. e.a."Kakkers, alto's en sjonnies tussen massakonijnen" in: De Volkskrant jrg. 73 nr. 21332 (17 september 1994); p. 17 kol. 8; geraadpleegd 2018-12-09
- ↑ Deflo, L.Ademloos 2e druk (2007) Uitgeverij Manteau / Standaard Uitgeverij, Antwerpen; ISBN 978 90 223 1991 8; hfst. 9; geraadpleegd 2018-12-09
- ↑ Gijssels, S.Rob Brown Trio - 'Sounds' (Clean Feed, 2007) (12 december 2007) op website: DraaiOmJeOren.blogspot.com; geraadpleegd 2018-12-09
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
alto | l'alto | altos | les altos |
alto m
- (muziek) alt (zangeres)
- (muziek) de stemligging van een altzangeres
- (muziekinstrument) een alt-muziekinstrument, bv. altviool
- [3] altiste
- [1] soprano
- [1] Bij voorkeur “contralto” te noemen
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
mannelijk | alto | altos |
vrouwelijk | alta | altas |
alto
- al·to
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
mannelijk | alto | altos |
vrouwelijk | alta | altas |
alto
alto