altviool
- alt·vi·ool
- samenstelling van alt en viool [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | altviool | altviolen |
verkleinwoord | altviooltje | altviooltjes |
- (muziekinstrument) een muziekinstrument in de familie van de strijkinstrumenten, verwant aan maar groter en lager klinkend dan de viool
- cello, contrabas, kamermuziek, strijkkwartet, strijkorkest, strijkstok, symfonieorkest, viool, viola d'amore, viola da gamba
1. een muziekinstrument in de familie van de strijkinstrumenten, verwant aan maar groter en lager klinkend dan de viool
- Het woord altviool staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "altviool" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ altviool op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be