strijkstok
- Geluid: strijkstok (hulp, bestand)
- strijk·stok
- In de betekenis van ‘stok om muziekinstrument mee te bespelen, om maat mee af te strijken’ voor het eerst aangetroffen in 1567 [1]
- samenstelling van strijk ww en stok
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | strijkstok | strijkstokken |
verkleinwoord | strijkstokje | strijkstokjes |
de strijkstok m
- (muziekinstrument) een constructie waarmee de snaren van een strijkinstrument in trilling gebracht worden
- De strijkstokken van de violisten gingen precies gelijk.
- (handel) een stok waarmee een maatvat voor droge stoffen afgestreken wordt
- Met een strijkstok kun je een maatvat precies met de juiste hoeveelheid afstrijken.
- (verouderd) ouderwetse lucifer, die op allerlei materialen door aanstrijken, kon ontvlammen
- [2] strekel
- [3] lucifer, zwavelstokje
- [1] strijken
- [2] afstrijken, gladstrijken
- [1] neerstreek, opstreek, vioolstreek
- [2] maatbeker, weegschaal
- [3] tondeldoos, vuursteen
- aan de strijkstok blijven hangen.
- wordt gebruikt als er iets overblijft dat doorgaans ten goede komt van de uitvoerder van de activiteit.
1. een constructie waarmee de snaren van een strijkinstrument in trilling gebracht worden
2. een stok waarmee een maatvat voor droge stoffen afgestreken wordt
3. zwavelstokje
- Het woord strijkstok staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "strijkstok" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "strijkstok" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be