zwavelstokje
- zwa·vel·stok·je
- samenstelling van zwavel en stokje
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zwavelstokje | zwavelstokjes |
verkleinwoord | - | - |
het zwavelstokje o
- dun houtje gedoopt in gesmolten zwavel, de voorloper van de lucifer
- Vroeger gebruikte men zwavelstokjes i.p.v. lucifers om kaarsen aan te steken.
1. zwavelstokje
het zwavelstokje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord zwavelstok
- Het woord zwavelstokje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zwavelstokje" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be