Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zwa·vel·stok·jes

Zelfstandig naamwoord

de zwavelstokjesmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord zwavelstokje

Zelfstandig naamwoord

de zwavelstokjesmv

  1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord zwavelstok