• strijk·kwar·tet
enkelvoud meervoud
naamwoord strijkkwartet strijkkwartetten
verkleinwoord strijkkwartetje strijkkwartetjes

het strijkkwarteto

  1. (muziek) kamermuziek ensemble met 4 strijkinstrumenten
     Na afloop van het 2,5 uur durende optreden werden de twee in de catacomben toegelaten en na een drankje met de leden van het strijkkwartet kwam het seintje: ze konden terecht bij Vedder in de kleedkamer. Een handdruk, een hug en een welgemeend "Nou, bedankt voor de lift!". De wereldberoemde ster neemt alle tijd voor de vrouw die hem ooit 'thuisbracht': ze doen een drankje en praten uitgebreid.[3]
     Ten slotte spraken we met de 91-jarige componist Theo Loevendie. Hij wilde op zijn negende een piano, maar zijn ouders hadden het niet breed en daarom kreeg hij een mondorgel. Daarna ging het snel. Deze week ging zijn nieuwe strijkkwartet in première[4]
  2. (muziek) muziekcompositie voor 4 strijkinstrumenten
  1. strijkkwartet op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3.   Weblink bron “Weerzien van Pearl Jam-frontman met vrouw die hem in Utrecht fietslift gaf” (Donderdag 13 juni 2019,), NOS
  4.   Weblink bron “Podcast Oog: De rol van de Joodse Raad in WO II en komen Finland en Zweden in de NAVO?” (Maandag 11 april 2022,), NOS