Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • maan·den·lang
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen maandenlang
verbogen maandenlange
partitief maandenlangs

Bijvoeglijk naamwoord

maandenlang

  1. Iets met een tijdsduur van maanden.
     Maandenlang had ik alle specificaties van tenten bestudeerd: gewicht, ruimte, kosten, duurzaamheid, dubbelwandig, enkelwandig, vrijstaand, camouflagemotief, cuben fiber en nylon.[1]

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be