Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • da·gen·lang
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen dagenlang
verbogen dagenlange
partitief dagenlangs

Bijvoeglijk naamwoord

dagenlang

  1. meerdere dagen durend
    • Dagenlange onderhandelingen op het scherp van de snede gingen aan het akkoord vooraf. 
    • Maarten van der Weijdens tweede Elfstedenzwemtocht zit er op! Na dagenlang zwemmen tikte hij vandaag iets na half acht 's avonds aan in Leeuwarden. [1] 
     Na dagenlang rijden kwamen zij op een hoge bergwei en het 'pad werd nu zo steil, dat Pietje en Sint de paarden bij de teugel namen en te voet naar boven klommen.[2]
     De UM werd eind 2019 volledig lamgelegd door criminele hackers. Als gevolg van de aanval met de gijzelsoftware konden studenten, onderzoekers en andere medewerkers dagenlang onder meer niet e-mailen, beperkt gebruikmaken van het internet en hadden zij geen toegang tot bestanden op de servers van de universiteit.[3]
Vertalingen

Bijwoord

dagenlang

  1. gedurende meerdere dagen
    • Dat ongeval leidde dagenlang tot treinstremmingen. 

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Tubantia 24 jun. 2019 Van der Weijden flikt het: ‘Van bijna elke slag genoten!’
  2. “Het hele jaar rond: van Sinterklaas tot Sintemaarten” (1973), Lemniscaat  , p. 12
  3.   Weblink bron “Universiteit Maastricht krijgt losgeld dat in 2019 na hack betaald werd terug” (02 juli 2022), NU.nl
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be