• avond·ver·ga·de·ring
enkelvoud meervoud
naamwoord avondvergadering avondvergaderingen
verkleinwoord

de avondvergaderingv

  1. bespreking met een groep mensen in de avonduren
     Na een avondvergadering vertelde hij aan mij en Erik Ponti nota bene dat hij een plan had. Het ging om een maatregel die 'waanzinnig veel aandacht'zou trekken.[2]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Zij die dromen doden slapen nooit” (2017), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044640496