herfstnacht
- Geluid: herfstnacht (hulp, bestand)
- herfst·nacht
- samenstelling van herfst en nacht
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | herfstnacht | herfstnachten |
verkleinwoord | herfstnachtje | herfstnachtjes |
de herfstnacht m
- (tijdrekening) de uren tussen de avond en de ochtend van een dag in de herfst.
- Tijdens de frisse herfstnacht maakten we een wandeling over het strand.
- (meteorologie) een nacht in september, oktober of november
1. herfstnacht
- Het woord herfstnacht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.