avondstond
- Geluid: avondstond (hulp, bestand)
- avond·stond
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | avondstond | avondstonden |
verkleinwoord | avondstondje | avondstondjes |
de avondstond m
- (tijdrekening) de tijd rond het ondergaan van de zon
- ▸ Bij elke ochtend- en avondstond denk ik ook aan onze genadeloos verstandige conclusies.[2]
- Het woord avondstond staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044633535