avondlijk
- avond·lijk
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | avondlijk | avondlijker | avondlijkst |
verbogen | avondlijke | avondlijkere | avondlijkste |
partitief | avondlijks | avondlijkers | - |
avondlijk [1]
- gedurende de avond
- Het woord avondlijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "avondlijk" herkend door:
46 % | van de Nederlanders; |
67 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Lemaitre, Pierre"Tot ziens daarboven" 2014 ISBN 9789401601931 pagina 211
- ↑ Tubantia 23-05-11 24 verslaafden in flat Vlierstraat
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be