Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • avond·ge·bed
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord avondgebed avondgebeden
verkleinwoord avondgebedje avondgebedjes

Zelfstandig naamwoord

het avondgebedo

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) een gebed dat iemand in de avond bidt
  2. (Jiddisch-Hebreeuws) (religie) een in de avond gehouden religieuze dienst of plechtigheid met een gezamenlijk gebed van geloofsgenoten

Gangbaarheid

Verwijzingen