stapavond
- stap·avond
- samenstelling van stappen zn en avond zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stapavond | stapavonden |
verkleinwoord | stapavondje | stapavondjes |
de stapavond m
- een avond dat men uitgaat om in verschillende kroegen wat te drinken
- ▸ "Zaterdagavond is de stapavond, dus je weet nu al dat ze vanavond weer binnenkomen", vertelt hij. "Je zal maar als oudere je heup breken en tussen al die dronken mensen terechtkomen. Dat lijkt me erg vervelend."[1]
- ▸ De burgemeester van Renkum had piketdienst tijdens een uit de hand gelopen stapavond. Dat bevestigt een gemeentewoordvoerder tegenover Omroep Gelderland.[2]
- Het woord stapavond staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron NOS Nieuws“Burgemeester Renkum dronken tijdens piketdienst” (Vrijdag 18 maart 2016, 20:56), NOS