avondmaal
- avond·maal
- samenstelling van avond en maal [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | avondmaal | avondmalen |
verkleinwoord | avondmaaltje [1] | avondmaaltjes [1] |
het avondmaal o
- de maaltijd die men 's avonds nuttigt
- ▸ Het was weer eens een lange, hete dag en ik stopte pas toen ik in een diepe kloof bij een kleine poel met stilstaand groen water aankwam waar het stikte van de muggen. Ik filterde zo snel mogelijk een liter water voor mijn avondmaal en zocht een wat hogerop gelegen plek in de hoop daar wat minder last van de insecten te hebben.[2]
- (religie) de rituele viering van het laatste avondmaal dat Jesus met zijn leerlingen nuttigde voor zijn terechtstelling aan het kruis
- In protestantse kerken wordt niet iedere zondag avondmaal gevierd.
- Avondmaalstafel, avondmaalsbeker, avondmaalsdienst, avondmaalsformulier, avondmaalsleer, avondmaalstafel, avondmaalsviering, avondmaling
1. de maaltijd die men 's avonds nuttigt
2. de rituele viering van het laatste avondmaal dat Jesus met zijn leerlingen nuttigde voor zijn terechtstelling aan het kruis
vervoeging van |
---|
avondmalen |
avondmaal
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van avondmalen
- Ik avondmaal.
- gebiedende wijs van avondmalen
- Avondmaal!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van avondmalen
- Avondmaal je?
- Het woord avondmaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "avondmaal" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ avondmaal op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be