avondblad
- avond·blad
- samenstelling van avond en blad
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | avondblad | avondbladen |
verkleinwoord |
het avondblad o
- (media) krant die 's-avonds verschijnt
- Amsterdam is Airbnboos op zijn burgemeester Van der Laan, en zó keek mijn vrouw ook toen ze hoorde wat haar sociaal-democratische voorman van plan was met de vakantieverhuur. Uitbreiden, suggereerde Van der Laan, de sociale huurders moeten ook kunnen profiteren van Airbnb. Ik trof haar ontsteld aan toen ze deze uitlating aantrof in het plaatselijke avondblad. „Dat kan hij toch niet menen”, zei ze, „als je ziet hoe de stad nu al ontwricht wordt door het toerisme.”[1]
- De flexibele schil bij NRC is de afgelopen jaren in omvang gegroeid. Volgens adjunct-hoofdredacteur Marcella Breedeveld komt dat door de langere openingstijden: de redactie maakt tegenwoordig een ochtend- én een avondblad, en de website moet zeven dagen per week bemand worden. Naast de flexibele schil op de redactie werkt NRC met 150 tot 200 freelancers die regelmatig voor de krant schrijven. NRC betaalt hen 37 cent per woord.[2]
1. krant die 's-avonds verschijnt
- Het woord avondblad staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.