• dag·blad
enkelvoud meervoud
naamwoord dagblad dagbladen
verkleinwoord dagblaadje dagblaadjes

het dagblado

  1. (media) klassiek massamedium, gedrukt op papier en gericht op het verspreiden van nieuws, een krant die iedere dag (behalve zondag) verschijnt
    • De NRC, de Volkskrant, de Telegraaf en het Algemeen Dagblad zijn landelijke dagbladen. 
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   dagblad     dagbladet     dagblade     dagbladene  
genitief   dagblads     dagbladets     dagblades     dagbladenes  

dagblad, o

  1. (media) dagblad (klassiek massamedium, gedrukt op papier en gericht op het verspreiden van nieuws, een krant die iedere dag (behalve zondag) verschijnt)