• punt
  • Leenwoord uit het Iers, in de betekenis van ‘munteenheid van Ierland’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1990 [1]
  • In de betekenis van ‘spits’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1534 [1]
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘stip’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1284 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord punt punten
verkleinwoord puntje puntjes

de puntm

  1. een spits toelopend uiteinde
     Ik had veel enge verhalen gehoord over deze bergpas, die met 4.009 m het hoogste punt van de hele trail is (aangezien Mount Whitney niet officieel bij de trail hoort).[2]
  2. een klein deel van een oppervlak met een afwijkende kleur
  3. (taalkunde) een leesteken (in de vorm van een stip) dat een zin afsluit
  4. (taalkunde) een diakritisch teken dat doorgaans boven of onder lettertekens van het Latijnse alfabet wordt geplaatst
    • Voorbeeld van een punt is de ż. 
  5. (muziek) een teken (in de vorm van een stip) achter een muzieknoot dat aangeeft dat deze anderhalf keer zo lang dient te duren
  6. (wiskunde) positie in een ruimte
  7. (typografie) maateenheid voor letters; Didot-punt

[1] spits toelopend uiteinde

  • Een punt (of: een puntje) aan iets kunnen zuigen
Ergens een voorbeeld aan kunnen nemen
  • Als puntje bij paaltje komt[3]
Als het erop aankomt
•  Albert twijfelde daar een beetje aan, maar Cécile leek als puntje bij paaltje kwam wel wat op mevrouw Maillard, ze had vrij vaststaande ideeën. [4] 

[3] een leesteken (in de vorm van een stip) dat een zin afsluit

  • Er een punt achter zetten
Een bepaalde kwestie als afgesloten beschouwen

[4] een diakritisch teken dat doorgaans boven of onder lettertekens van het Latijnse alfabet wordt geplaatst

  • De punten ( of puntjes) op de i ( of i's) zetten
Iets zodanig afmaken dat het eindresultaat perfect is
 Maar evengoed hoestte ik toen ik probeerde te inhaleren en uiteindelijk werd het eerder een rookles dan dat we de puntjes op de i zetten.[5]

het punto

  1. een positie in de ruimte
    • Naar een punt kijken. 
  2. een moment in de tijd
    • We zijn op een punt aangekomen dat er meer dan 1 miljard websites bestaan. 
  3. een mening of onderwerp in een discussie of betoog
    • Jongens, hou je waffel even, Piet heeft nog wat puntjes 
  4. een symbool om een waardering te noteren
  5. een aanduiding van een waarde of score
    • ik heb nog wat Douwe-Egbertspunten, misschien kan ik daar nog wat mee doen 
  6. (wiskunde), (natuurkunde) een dimensieloos stuk ruimte
    • Evenwijdige lichtstralen convergeren naar één punt: het brandpunt.[6] 
  7. (natuurkunde), (techniek), (meteorologie), (scheikunde) een temperatuur
  8. (muziek) zie contrapunt en orgelpunt

[2] moment in de tijd

  • Op het punt staan [om]
Het is vlak voordat er iets gaat gebeuren of gedaan gaat worden
• Ik sta op het punt om te vertrekken 

[3] mening of onderwerp in een discussie of betoog

  • Een punt [willen] maken
De eigen mening over iets kracht bijzetten, op een overredende manier brengen
vervoeging van
punten

punt

  1. enkelvoud tegenwoordige tijd van punten
  2. gebiedende wijs van punten
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[7]
  1. 1,0 1,1 1,2 "punt" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  2. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  3. Oorspronkelijk gaat het hier om een verbastering van putje. Bedoeld was een put of greppel waarin men een paal stak om een gebied af te bakenen.
  4. Lemaitre, Pierre
    "Tot ziens daarboven" 2014 ISBN 9789401601931 pagina 17
  5. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044632767
  6. Lenzen., slideplayer.net
  7.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be