pointe
- poin·te
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘strekking’ voor het eerst aangetroffen in 1859 [1]
- uit het Frans [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pointe | pointes |
verkleinwoord |
- het derde en laatste deel van een grap (na de introductie, en het verhaal) dat mensen aan het lachen kan maken
- Ook in het verdere verloop van Sing Song blijkt de film ver verwijderd van de culturele stereotypen en castingclichés die dit voorjaar het komisch bedoelde Tuintje in mijn hart in een ijzeren greep hielden - een film die Suriname voornamelijk degradeert tot pointe van een foute grap. [3]
- het belangrijkste punt van een verhaal of betoog
- Waarover kan je nog praten als de apocalyps nadert? Over niets en alles tegelijk, zo blijkt. Vier acteurs en een pianist vertellen over ditjes en datjes. Ze lanceren grappige verhaaltjes zonder pointe of logica. Ze mijmeren over vergankelijkheid. Ze doen een vlieg na. Gewoon, omdat het kan. [4]
1. het derde en laatste deel van een grap (na de introductie, en het verhaal) dat mensen ...
- Het woord pointe staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pointe" herkend door:
65 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "pointe" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ pointe op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Volkskrant Berend Jan Bockting 20 juli 2017
- ↑ de Standaard DONDERDAG 28 SEPTEMBER 2017
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be